Van de zes olympische klassen zijn er twee waar in Tokio voor het laatst mee gevaren wordt. Vanaf volgend jaar worden de RS:X-surfplanken vervangen door foilende boards. Ook de Finn-klasse, de eenmansboot voor grote sterke mannen, keert na dit jaar niet meer terug. Welke boten zien we op de wedstrijdbanen?
De 470. © Sailing Energy
470-klasse
Een klassieke tweemansboot van 4,70 meter lang met grootzeil, fok en spinaker. De boot is ontworpen in 1963, maar voldoet nog steeds uitstekend als olympische klasse. Het tuig van de 470 is ruim bemeten en met de bemanning in de trapeze staat de 470 voor spectaculair zeilen. Heren en dames zeilen met de 470 in dezelfde configuratie.
De 49er. © Sander van der Borch
49er
Spreek uit: foortie-nainer (spreek uit op z’n Engels). Deze skiff is 4,99 meter lang. De breedte van de lichte romp is 1,69 meter, maar dankzij de wings (trapezerekken) waarop beide zeilers staan, komt de totale breedte uit op 2,9 meter. Op de ruime rakken wordt er afgekruist met een gennaker van 38 vierkante meter. De dames zeilen in de 49er FX; deze heeft dezelfde romp maar iets minder zeiloppervlak. De 49er wordt gezien als de koningsklasse. Atleten uit de top van deze klasse worden zeer hoog gewaardeerd en schuiven moeiteloos door naar teams in de America’s Cup en The Ocean Race.
De Laser Radiaal. © Sailing Energy
Laser
Een klassieke olympische eenmansbootklasse, ontworpen in 1969. Bijzonder is de hoge mate van standaardisering: alle Lasers zijn exact gelijk. De klassevoorschriften gaan zelfs zo ver dat ze bepalen in welke lijn wel of geen knoop mag worden gelegd. Deze strenge regels maken het wedstrijdzeilen extra interessant; niemand heeft een snellere boot. Er zijn twee olympische klassen: dames zeilen in de Laser Radiaal met een zeil van 5,76 vierkante meter, heren in de Laser Standaard met een zeil van 7,06 vierkante meter.
De Finn. © Sailing Energy
Finn
Een eenmansboot met een zeiloppervlak van 10 vierkante meter. Dit maakt de boot vooral geschikt voor de wat zwaardere zeilers. Anders dan bij de Laser mogen de zeilers de Finn wel aanpassen, mits binnen de afgesproken regels.
De Finn dateert uit 1949 en is sinds de Spelen van 1952 een olympische klasse. In Tokio wordt er voor het laatst gezeild met de Finn-jol.
De Nacra 17. © Sander van der Borch
Nacra 17
Traditiegetrouw is een van de olympische klassen een catamaran. Sinds 2012 is dat de in Nederland gebouwde Nacra 17. Zowel aan de wind als ruime wind wordt er met een dubbele trapeze gevaren. De Nacra 17-klasse is een gemengde klasse, waarbij elk team uit een man en een vrouw moet bestaan. Voor Tokio zijn de oude zwaarden vervangen door draagvleugelzwaarden (foils), waardoor foilen mogelijk is.
De RS:X. © Sander van der Borch
RS:X
Sinds 2008 vervangt de RS:X de oude Mistral-surfplank. Het board van 2,86 meter heeft een steekzwaard en een vin. Er is een heren- en damesklasse. Het verschil zit ’m in het zeiloppervlak: de heren surfen met een doek van 9,5 en de dames met een doek van 8,5 vierkante meter. Nederland was twee Spelen achter elkaar oppermachtig in de RS:X-klasse dankzij Dorian van Rijsselberghe, met twee keer goud.
Benieuwd welke heren en dames aan de startlijn verschijnen? We stellen hier de mannelijke zeilers aan je voor en hier de vrouwelijke zeilers. Nog even geduld tot de 32e editie van het grootse sportevenement losbarst…
Omslagfoto: © Sailing Energy
Tekst: Klaas Wiersma
