Reisverhalen

Blog Anna Noord: brandend zand

Langs het Zweedse scherengebied

07:50

Blog Anna Noord
Hanö is een prachtig eiland

“Om eerlijk te zijn, zie ik best op tegen het volgende stuk,” zeg ik met een blik op de weerkaartjes. Wietze knikt: “Ik ook. Hoe je het ook wendt of keert, we zullen vanuit Visby op Gotland tegen een zuidwestenwind in moeten naar het zuiden van Zweden.” Om daar te komen, kun je oostelijk of westelijk van Öland varen.

Oostelijk is fijn, want je hebt daar zeeruimte; westelijk ga je door de Kalmarsund die iets beschutter is, maar waar bij tegenwind een nare, korte golfslag komt te staan. “Kijk,” zegt Wietze “overmorgen komt er een windwak van bijna 24 uur. Er is niks aan, maar als we in één keer van Visby naar het eiland Hanö motoren, hebben we het lastigste stuk achter de rug.”

Pizza-stop

Blog Anna Noord
Een windloze nacht in de Kalmarsund

Het wordt dus de Kalmarsund, waar geen zuchtje wind staat. De motor bromt ons door de kalme nacht, terwijl we onze wachten draaien. De helft van de betonning is verlicht, dus je moet goed opletten. Gelukkig helpt de volle maand een handje mee. Bij de Ölandbrug krijg ik de schrik van m’n leven: allerlei lichtjes kruisen ons pad. Vissers? Toch Wietze maar even erbij gehaald. Die lacht: “Volgens mij zit jij te veel te turen. Dat zijn auto’s op de brug!” Oeps.

De volgende dag varen we aan het begin van de middag net zuidoost van Karlskrona. Wel of niet binnenlopen? We wikken en wegen, totdat de telefoon piept. Katharina en Anders, zeilvrienden uit Karlskrona: “Zin in pizza?” Het wordt dus een pizza-stop in Karlskrona.

Aan tafel zegt Katharina: “jullie moeten nog een flink eind terug. Het lijkt me lastig om daar nog steeds een avontuur van te maken en niet alleen maar een thuisbrengreis.” Het zet me aan het denken, want het begon onderhand wel als een ‘delivery’ te voelen. De kaarten komen op tafel en met hun lokale kennis dragen ze allerlei prachtige plekken aan. “Het scherengebied aan de zuidoostkant van Zweden is afwisselender dan je denkt,” zegt Anders tevreden.

Bloemetjes

De volgende dag valt ons anker dan ook op een prachtig plekje in de Hanöbukten. We moeten helaas de knoop doorhakken en meteen daarna naar Hanö varen, omdat er een paar dagen met erg harde zuidwestenwind aan komt. Hanö is een lieflijk eilandje waar maar een handjevol mensen woont.

Blog Anna Noord
De vuurtoren op Hanö

Havenmeester Lotta is een energieke, hartelijke vrouw die elke dag even een praatje komt maken. Ze is gek op bloemen en overal zien we manden met prachtige bloeiende planten staan. Zelfs op het toilet staan kleine bloemetjes.

In de drie dagen dat we er zijn, wandelen we het hele eiland een paar keer rond. Het is een heerlijke plek vol met verrassingen. De leukste is wel de rare kronkel die uit een grote rots gesleten is. Volgens de legende heeft een draak dat gedaan. Het kleine museum op het eiland blijft op een middag wat langer open, zodat alle zeilers er gezamenlijk (én droog) een borreltje kunnen drinken. Heel gezellig.

Blog Anna Noord
Wietze als rood stipje op een lange grindbank bij Hanö

Autogek

Als dan eindelijk de zeilen weer gehesen kunnen worden om naar Simrishamn te varen, krijgen we er ook nog een stralende zon bij. Het enige vlekje op ons zeilgeluk is het schietgebied waar we doorheen moeten. Maar na wat zoeken, vinden we een handige website met een telefoonnummer. “Mevrouw, u mag mij altijd bellen hoor. We weten de schiettijden voor de volgende dag pas om een uur of 18.00. Belt u dan nog een keer,” zegt de vriendelijke defensie-medewerker.

Een heerlijke dag met hard varen en dus redelijk vroeg aankomen in de haven. We vinden een prachtplek voor de boot en installeren ons voor weer een dagje verwaaid liggen. De haven loopt in de rest van de middag en de avond helemaal vol met zeilboten: het lijkt wel of zo’n beetje elke Duitser op het laatste moment nog naar huis probeert te komen.

Een hoop mensen lopen zenuwachtig op de steigers te praten over het weer. Onze Duitse buurman grinnikt er een beetje om en legt uit dat de scholen en een hoop andere dingen weer op gang gaan komen, over een paar dagen. We zijn blij dat wij nog wat meer tijd ter beschikking hebben.

Blog Anna Noord
Het bijzondere Autoseum in Simrishamn

De volgende dag wandelen we naar het Autoseum: een oude fabriekshal met daarin de verzameling auto’s en motoren van een lokale ondernemer. We slaan steil achterover van de enorme collectie die daar staat en blijven er uiteindelijk veel langer dan we dachten. “Moet je in je blog zetten,” zegt Wietze als we weer teruglopen naar de boot, “leuk voor als mensen hier verwaaid liggen.” Bij deze.

Wensenlijst

Als we van Simrishamn naar Ystad varen, zit ik met de verrekijker klaar. Op de rand van de steile kliffen zie ik de Ales Stenar liggen: een 1400 jaar oud monument dat door de Vikingen neergezet is. Paragliders geven een kleurrijk decor aan die bijzondere plek.

“Wat willen we nog zien voordat we terug gaan naar Nederland?” vraagt Wietze hardop. Nou, ik heb m’n lijstje al klaar. “Malmö schijnt heel leuk te zijn. En waarom gaan we niet via de Duitse kust terug? Gaan we ook nog even kijken in Rostock.” Wietze grinnikt: “Malmö is wel om hè?” “Nah, maar een klein stukje” lach ik terug.

Om naar Malmö te komen, is de kortste weg via Ystad en het Falsterbo kanaal. In Ystad lezen we dat het kanaal gesloten is wegens onderhoud. “Wat gaaf!” zeg ik. “Hoezo?” “Dan kunnen we naar Skanör, daar heb ik veel goede verhalen over gehoord.” “Dus nóg iets op de wensenlijst?” zegt Wietze peinzend.

Toffe club

Van Ystad naar Skanör is een saai, heet stuk. Geen wind, gladde zee, stralende zon, goed boek. Als we aan het einde van de middag het haventje van het schiereiland Skanör binnen varen, wijst havenmeester Petr ons naar een prachtige plek aan de kade.

In de jachthaven oogt alles gloednieuw en mooi. We kijken uit over een soort pleintje met allemaal horeca er omheen. Op deze weekenddag is de sfeer uitgelaten zomers: volle terrassen, zwemmers in het water bij het mooie houten strandbad en het hagelwitte, kilometers lange strand dat ligt te schitteren in het zonlicht.

Al gauw staat Mats bij de boot en begroet ons in vlekkeloos Nederlands. Hij blijkt langere tijd in Nederland gewoond te hebben en spreekt onze taal nog steeds. Petr en hij nemen de tijd om wat meer te vertellen over de prachtige haven. “Het is een oude visserijhaven, waar ook een tijdje een cementfabriek gezeten heeft. Op die plek staat nu dat restaurant daar,” wijst Petr. “De haven is van de gemeente, maar de vereniging investeert in alle faciliteiten en beheert de haven,” legt Mats uit. “Ik ben een aantal jaren voorzitter van de vereniging geweest. In die tijd hebben we alle steigers vernieuwd, het terrein gemoderniseerd en veel nieuwe bedrijven hier naar toe gehaald.”

Het resultaat mag er wezen. “We krijgen zo’n 5.000 boten per jaar; het is een echte mooi-weer haven. Zodra de weersverwachting goed is, loopt het hier meteen vol. Ook met zeilers van de overkant,” grinnikt Petr. De overkant blijkt Denemarken te zijn. Dat is waar ook: dat is hier natuurlijk niet zo ver vandaan.

Blog Anna Noord
Romantische badhuisjes op Skanör

De zon schijnt nog fel, dus we besluiten om lekker een eind te gaan wandelen. Achter de duinenrij loopt een mooi pad. In de duinen staan allemaal romantische badhuisjes. We lopen een duinopgang op en kijken over het verlaten strand. “Kijk toch eens naar dat knalblauwe water en dat witte zand,” kwetter ik. “Ik doe lekker m’n schoenen uit. Even het zand tussen m’n tenen voelen,” en ik dartel op blote voeten richting de zee. Een tel later vlieg ik over het bloedhete zand als een hoog opstappend dressuurpaard terug naar de duinenrij, waar Wietze schaterlachend m’n wandelschoenen omhoog houdt. Als ik ze weer aan heb, hikt hij nog na: “brandend zand tussen je tenen.”

Skanör, Zweden, augustus 2024

Tekst en foto’s Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: Last modified: 18 september 2024
Sluiten