Bij werkzaamheden voor de dijkversterking bij Marken deed een graafmachinist per toeval een bijzondere archeologische vondst. Hij groef onverwacht een aantal houten planken op die uit de achttiende eeuw blijken te stammen, zo maakte Rijkswaterstaat gisteren bekend. Waarschijnlijk was het hout onderdeel van een oude terp, de Kraaienwerf, waar mensen woonden voor de Zuiderzee het land rond 1775 verzwolg.
Verdronken terpen Marken
Tot ver in de achttiende eeuw woonden ten zuiden van Marken nog mensen op enkele terpen, voordat het land verdween in de Zuiderzee. Op oude kaarten van Marken zie je de drie losse punten nog liggen, aldus Rijkswaterstaat. “Ze zijn prijsgegeven aan de zee,” vertelt historicus en Marker Jan Schild aan Rijkswaterstaat. “Niet dat er geen dijken waren in die tijd, want die zijn er al sinds de twaalfde eeuw. Maar de dijken waren laag en niet sterk, en de zee was vaak woest. Dus als er een dijk onherstelbaar doorbrak, bouwden de bewoners een stukje landinwaarts een nieuwe. Zo offerde men steeds een stukje land aan zee, waardoor er sindsdien ongeveer een derde deel van het eiland is verdwenen.” De drie terpen (of werven), de Thamiswerf, Houtemanswerf en de Kraaienwerf, verdronken respectievelijk kort na 1720, kort na 1703 en rond 1775.
Archeologisch monument
Om deze reden is het gebied sinds 2010 aangemerkt als archeologisch monument. In principe mogen in dit soort gebieden dan geen werkzaamheden plaatsvinden. Moet dat toch gebeuren, zoals met de huidige dijkversterking, dan gaat er een archeologisch onderzoek aan vooraf. Projectleider Rogier de Groot van archeologisch adviesbureau RAAP legt uit: “Voordat de aannemer aan de slag kon, is de Zuidkade buitendijks onderzocht met sonar en radartechnieken. Daar werd met een single beam sonar niets anders gevonden dan een langwerpige structuur die is geïnterpreteerd als de resten van een stenen dam.”
Die dam vormde echter geen archeologisch object, dus startte Rijkswaterstaat met de werkzaamheden, te beginnen met het verwijderen van de stenen dam. In mei 2023 groef een graafmachinist echter geen steen, maar houten planken en een paal op. Na nader onderzoek bleken het grenenhouten planken uit het Oostzeegebied. Jaarringonderzoek wees uit dat het hout uit 1760/1761 komt. Onder water bleken twee parallelle rijen houten planken en palen te staan, met klei ertussen. Een bouwwerk dat meer op een dijklichaam of beschoeiing lijkt dan op een dam, aldus Rijkswaterstaat.
Toevallig vondst
De toevallige opgraving van de graafmachinist bleek een archeologische vondst. De Groot: “De resten zijn gevonden binnen de grens van het archeologisch monument. En daaruit leiden we af dat deze toevalsvondst bij een van de verdronken werven hoort. Dat zal Kraaienwerf moeten zijn, aangezien Thamiswerf en Houtemanswerf al voor 1760 waren vergaan. Op oude kaarten is bovendien een dijk aangegeven ten zuiden van Kraaienwerf, dus is het best mogelijk dat dit daar resten van zijn.”
“Gezien de historie van dit gebied is het natuurlijk te verwachten dat we hier vroeg of laat iets vinden van die terpen,” denkt ook Jan Schild. “Ik vermoed dan ook dat het een deel is van een palenscherm dat de bewoonde terp moest beschermen tegen afkalven. Of van een prijsgegeven dijk. De terpen zelf zijn lang geleden gesloopt, dus daarvan kan het niet zijn.” Of deze hypotheses kloppen, moet eventueel verder onderzoek uitwijzen. Nu de resten geen belemmering vormen voor de werkzaamheden, laat Rijkswaterstaat ze in de bodem zitten. Daar blijft het hout het beste behouden. Later dit jaar wordt de archeologische vondst getoond aan de inwoners van Marken.
Last modified: 27 februari 2024