De biografie van (super)jachtontwerper Gerard Dijkstra is net verschenen. Hij kwam een aantal exemplaren signeren bij uitgeverij Hollandia, gevestigd onder hetzelfde dak als de redactie van Zeilen. We vroegen lezers om vragen voor hem in te sturen.
Fred Licht vraagt: “speelt ergonomie een steeds grotere rol in jachtontwerp?“
Gerard Dijkstra: “Ergonomie speelt een heel grote rol in mijn schepen. Met name gebruiksgemak. Dat is niet alleen in de kuip maar ook de kombuis; je moet overal zeevast kunnen staan. Alleen kunnen we niet altijd alles uitwerken zoals we zouden willen, omdat het ook ruimte kost. En dat wil de opdrachtgever graag voor andere dingen gebruiken.
Maar ik erger me wild als ik op schepen kom waar dat niet goed gedaan is. En dat zijn er heel wat. Het is niet zo dat het bij oudere schepen beter was dan bij nieuwere.”
Daan Janson vraagt: “wat is uw mening over catamarans?“
GD: “Uitstekend,” zegt Dijkstra met een klein gniffeltje. “Maar niet voor alle plekken. Boten hebben allemaal een toepassingsgebied, dus het hangt van het vaargebied af. De West Indies of de Middellandse Zee, zeg de warmere gebieden, zijn goede voorbeelden waar het kan. Maar koude gebieden in het noorden, met ijs, moet je geen catamaran hebben. Of als je heel snel wil zeilen juist wel.”
Gido van Praag: “waarom kan de Bestevaer 36 niet minstens dertig procent goedkoper gebouwd worden?“
GD: “Dat moet je aan de werf vragen. Ik zou wel willen dat hij vijftig procent goedkoper gebouwd kan worden. Maar dan moet je hem wel van plastic maken en in series verkopen. Aluminium is niet geschikt voor serieproductie dus dat wordt moeilijk. Het gaat om schaal.
Eigenlijk kun je op de maat van 36 voet ook qua arbeidskosten niet uit met aluminium. Het is te klein. Een luik maken kost net zoveel tijd als op een boot van zestig voet, maar het gaat om het aandeel van het totaal.”
Wat was het meest uitdagende ontwerp en waarom?
GD: “Daar is alleen een antwoord op mogelijk per categorie. Bij de clippers is het Stad Amsterdam. Bij de J-class boten de eerste, Endeavour. Maar er is niet een eenduidig antwoord op te geven. En met de schepen die nu in aanbouw zijn is Rainbow een enorme uitdaging.”
Wat denkt u van de nieuwste generatie jachtontwerpers?
GD: “Dat is ook een moeilijke vraag, want een deel zit bij ons op kantoor, daar denk ik heel goed over natuurlijk, maar nieuwe bureaus zijn er eigenlijk niet, in de categorie van boten die ik ontwerp. Er zijn wel nieuwe generaties, maar geen nieuwe bureaus. Dat is te moeilijk om vanaf het begin op te bouwen. Er zijn er maar een stuk of tien in de wereld.”
Als er een boot op de kaft van het boek had gestaan, welke was het dan geweest?
“Pfoe, dan kom je weer in de categorieën terecht. En sommige zouden wel mooi zijn maar dan verkoop je het boek niet. Als het een superjacht zou moeten zijn, dan wel Maltese Falcon, die ook op de achterkant staat.”
In hoeverre voelt u zich eigenaar of verbonden met een ontwerp?
“Heel sterk. Een ontwerp is iets dat zich ontwikkeld in samenwerking met de opdrachtgever. Daar werk je jaren samen als team aan. Met zijn allen ben je eigenaar van het schip.”
Hangen er ontwerpen aan de muur bij u thuis?
GD: “Nee.” Daar zorgt zijn vrouw voor, vertelt auteur van de biografie Jules Bänffer, die naast de signerende Dijkstra aan tafel zit. “En er ligt ook geen enkel zeilboek bij hem thuis.”
GD: “Het wordt niet bewust gescheiden gehouden hoor, dat gebeurt gewoon. Het enige is een schilderij van de eerste Bestevaer.”
De biografie over Gerard Dijkstra is nu beschikbaar.
Last modified: 5 december 2024