‘Dat het je voor de wind mag gaan!’ is een veelgehoorde nieuwjaarswens onder zeilers. Dat klinkt heel fijn, maar is voor de wind wel altijd zo’n gunstige koers?
Niet de snelste
Voor de wind is voor de meeste boten niet de snelste koers omdat de lift van de kiel wordt gemist. Dit gemis is het grootst bij weinig wind en een lagere snelheid. Je kunt het zien in het polair diagram van je boot. Iets van de wind af naar een bakstagkoers doet de snelheid al aanzienlijk toenemen.
De gijp
In kleine, open boten wordt bij harde wind de gijp vermeden door een stormrondje te maken: oploeven, overstag en meteen weer afvallen. Op een groter jacht en ruim water is dat juist de slechtste keuze. Oploeven brengt je dwars op wind en golven. Verder oploeven en overstag komen is moeilijk door het verlies aan snelheid.
Gijpen is, mits goed voorbereid, geen moeilijk manoeuvre. Voor de wind varend onderschat je de windkracht nogal eens, doordat de schijnbare wind zwakker is dan de werkelijke. Maar je krijgt met flinke krachten te maken, dus bereid de gijp goed voor. Trek de overloop midscheeps en haal de schoot helemaal in, zodat het zeil zoveel mogelijk midscheeps staat. Zo vangt het minimaal winddruk. (Dit is overigens ook de manier om voor de wind varend de vaart uit je schip te halen). Heb je bakstagen, neem dan nu eerst tijd om die om te zetten. Ga dan binnen de wind: stuur de kont van het schip door de wind. Het zeil zal over de nieuwe boeg vol vallen. Let op de plotselinge druk op het roer: het schip zal sterk willen oploeven! Vier het grootzeil nu snel over de nieuwe boeg uit.
Klapgijp
Een onbedoelde, onbeheerste gijp heet klapgijp, de term spreekt voor zich. Typische oorzaak voor een klapgijp is een ongeconcentreerde of onervaren roerganger die binnen de wind stuurt en dan… béng! Levensgevaarlijk als iets van vlees en bloed zich in de baan van de giek bevindt, maar ook is er risico op materiaalschade, zoals kapot lummelbeslag of schade aan zeil of zeillatten. Een klapgijp kun je zien aankomen: de druk uit het bovenste deel van het zeil valt weg en de giek komt omhoog. Iets wat kennelijk niemand had verteld aan de persoon die tegen de giek leunt in het onderstaande filmpje:
Klapgijp en Chinese gijp
Waar een ‘normale’ klapgijp meestal te wijten is aan ongecontroleerd sturen, is dat bij een Chinese gijp niet het geval. De laatste kan optreden als pal voor de wind bij harde wind het schip steeds sterker en onbeheersbaar gaat rollen, letterlijk van boord tot boord. Het roer verliest grip en dat kan tot een broach leiden. Bij zo’n extreme rolbeweging komt de giek steil omhoog te staan. Als die niet heel goed gefixeerd is door middel van een bulletalie kan hij vanuit die positie door zijn eigen gewicht over komen zetten. Op Youtube zijn daar mooie voorbeelden van te vinden. Onderstaande video bezorgde ons wel wat kippenvel:
Bulletalie
De Engelse term voor bulletalie is preventer en dat omschrijft precies wat deze lijn doet: een klapgijp voorkomen. Het voeren van een bulletalie is een belangrijke veiligheidsmaatregel en zou eigenlijk op elk jacht normale routine moeten zijn. Daarvoor is het nodig dat de bulletalie veilig en gemakkelijk kan worden gezet, bij voorkeur vanuit de kuip.
De term preventer wordt ook wel gebezigd voor een gijprem (of giekrem), maar dit is een wezenlijk andere voorziening. Waar de bulletalie de gijp voorkomt, remt de gijpgrem deze alleen maar enigzins af. De bulletalie is het meest effectief als hij op de giek zoveel mogelijk achteraan aangrijpt en op het schip zo voorlijk mogelijk, bij voorkeur vanaf de boeg.
Er zijn allerlei constructies denkbaar. Zelf heb ik op mijn boot een doorlopende lijn via een flink blok bij het voorstag, waarvandaan de beide parten buitenom naar achteren lopen. Zeilend over stuurboord zit het stuurboordpart van deze doorlopende lijn als bulletalie aan de giek gepikt en is het bakboordpart het halende eind. Tijdens de gijp wordt de bulletalie aan de giek overgepikt en wisselen de parten van functie.
Klapperend zeil
Een aangrijppunt achteraan de giek voor de bulletalie is goed bereikbaar vanuit de kuip wanneer de schoot maximaal is aangetrokken tijdens de manoeuvre. De bulletalie komt op zee ook op andere koersen goed van pas. Soms staat er weinig wind, maar is er wel een hoge, oude deining. Het zeil klapt en slaat en de giek en met name het lummelbeslag krijgen zwaar op hun duvel. In zo’n situatie kun je het beste het zeil zo vlak mogelijk trimmen (cunningham aantrekken of eerste rif steken), de neerhouder straktrekken en de bulletalie zetten. De giek staat nu maximaal gefixeerd met schoot, neerhouder en bulletalie en kan niet meer slaan en schade berokkenen. Het zeil zal wel blijven klappen, maar lijdt minder doordat het vlak is getrokken.
Onder voorzeil of grootzeil?
Bij harde wind zien we vaak jachten voor de wind onder alleen maar een voorzeil varen. Een rolvoorzeil is snel uitgerold, maar bij zeegang is dit geen prettige zeilvoering. Op de achteropkomende zee slingert en gier het jacht en dan is een vliegend gevoerd voorzeil moeilijk te controleren. Een boom zetten biedt wel soelaas, maar juist bij zeegang is dit een moeizame, zo niet riskante klus. Door te kruisen voor de wind (bakstagkoers-gijp-bakstagkoers) is de situatie beheersbaar te houden.
Een goed alternatief dat je maar zelden ziet, is alleen op (gereefd en strak gefixeerd) grootzeil varen. Tijdens een oversteek vanaf de Azoren had ik een paar dagen lange harde achterlijke wind met bijbehorende zee, maar met deze zeilvoering had mijn windvaan geen enkele moeite en ik zelf ook niet. Het was een heerlijk rustig, stevig gevoel. Ook hoefde ik, toen de wind afnam, het grootzeil niet weer te zetten (waarvoor ik in de wind had moeten sturen), maar hoefde ik alleen maar te ontreven.
Lees ook: hoe werkt een windvaan?
Dit artikel werd gepubliceerd in Zeilen 02/2017. Wil je elke maand interessante tips en verhalen lezen? Word dan hier abonnee van Zeilen!
Tekst: Anje Valk/onder redactie van Sanne Van Giel
Titelfoto: (c) Sanne Van Giel
Tags: voor de wind Last modified: 6 januari 2022
Al eerder noemde ik de methode om voordewind een stagfok strak te zetten tussen de voorstag en de mast. Dat is een rem op de wervels die aan lijzijde van de mast aanwezig zijn. Deze wervels zijn verantwoordelijk voor het heen en weer rollen. Op een oversteek met een HR35 (diepgang 1,35m- Sspant) trok dat behoorlijk tekeer. In 1,5 seconde van Sb naar Bb en omgekeerd. Om gek van te worden. Sturend op de windvaan. Wat erg hielp was het uitbomen van de fokken, gestreken grootzeil en een strak gezette fok tussen de mast en voorstag. Koersstabiel, comfortabel en goed onder controle doordat het zeilpunt midscheeps bleef ver vóór hrt lateraalpunt. We hebben een gemiddelde gemaakt van 7,2 knoop van Tenerife naar Antigua in 3 week tijd. Voor een 35 voeter is dat snel. En alles zonder schade.
Fred Licht
Leuk artikel! ik vroeg me af, kun je beide afbeeldingen niet met een en dezelfde lijn doen? (mitst deze lang genoeg is) De loefzijde beleg je en loopt alsnog door naar de loefzijde van de giek. Zo hoef je bij de gijp niets in te haken over de andere boeg.