Afgelopen jaar zijn, door de Marrekritte, de kades en de meerpalen van de Nije Krûspôlle vernieuwd. Tot mijn teleurstelling zijn de meerpalen aan de (zuid)westkant niet teruggeplaatst. Dit betekent dat er langszij moet worden afgemeerd aan de kade. De palen aan zuidwestzijde waren uiterst geschikt voor de wat kleinere boten (tot ca. acht meter). Door het langszij aanmeren, is de capaciteit enorm afgenomen.
De boxen aan de noordwest en de noordoostkant zijn (te) groot voor de wat kleinere zeilschepen. De Nije Krûspôlle is (of was) voor kleinere (zeil)schepen een uitstekende plek om met de punt in de wind te kunnen liggen bij bijvoorbeeld onweersbuien die uit het zuidwesten kwamen. Meerdere zomers tijdens onweersbuien meegemaakt dat de Nije Krûspôlle volledig vol lag. In mijn ogen is het niet terugplaatsen van de meerpalen een slechte zaak. Navraag bij de Marrekritte gaf een snelle maar teleurstellende reactie: “Alleen bij meerdere klachten zouden zij eventueel overwegen om de meerpalen voor de kleinere schepen terug te plaatsen.” Mocht u ook van mening zijn dat fijn zou zijn dat de Marrekritte, welke geweldige dingen doen, de meerpalen alsnog teruggaat plaatsen, stuur dan een mail naar: info@marrekrite.frl
Solo dicht bij huis
03-02-2023
Regelmatig lezen we fascinerende verhalen van mannen en vrouwen die solo het ruime sop kiezen, en koers zetten naar verre oorden. Voor velen een droom, maar voor velen vaak ook een brug te ver. Zelf vaar en zeil ik al heel veel jaren solo in Nederland, hoofdzakelijk in Friesland, de wadden en soms een stukje op de Noordzee. De meeste solozeilers, en ik zie er steeds meer, maken korte tochten op de binnenwateren. Voor een solozeiler op de drukke binnenwateren komt er, voor mijn gevoel, ook behoorlijk wat schipperskunst bij kijken. Wachtroutine en slaapgebrek zijn dan minder of niet van toepassing. Duidelijk heel anders dan als je dagen achter elkaar alle ruimte voor je hebt.
Je legt voor het vertrek al de dingen die je mogelijk nodig zou kunnen hebben binnen handbereik. De lijn voor de midden bolder, telefoon, handheld-marifoon, verrekijker, zeemansmes, extra kleding, regenjas (je weet maar nooit in dit land) en natuurlijk een reddingsvest. Warm water gemaakt, mok binnen handbereik, koffie en/of thee en wat te eten koek of een broodje. Ook een plastic fles voor de hoge nood, naar het toilet gaan kun je wel vergeten op de drukke binnenwateren. Je kunt natuurlijk ook proberen snel een ligplaats te zoeken maar dan ben ik bang dat de nood al zo hoog is gestegen dat het, in grote hoge nood in de zelflozende kuip terecht komt. De stuurautomaat en marifoon getest, voldoende brandstof in de tank en de motor gestart, we kunnen vertrekken.
Nooit zonder reddingsvest
Mijn zeilboot is uitgerust met een rolfoksysteem en de genua is vanuit de kuip te bedienen. Het grootzeil hijsen op een kanaal gaat niet lukken. Tenzij je dit vanuit de kuip kunt doen, maar die luxe heb ik niet. Alle actie buiten de kuip probeer ik zoveel mogelijk te voorkomen. Moet ik wel de kuip uit, voor een snelle actie, dan nooit zonder mijn reddingsvest. We laten de genua heerlijk zijn werk doen en, na enige tijd komt de eerste brug in zicht. Ik start de motor ruim van tevoren, mocht onverhoopt de motor dienst weigeren dan heb ik nog een kans om iets te doen. Het geruststellende geluid van mijn dieseltje klinkt weer als muziek in mijn oren maar, na de brug ben ik weer blij dat ik hem uit kan zetten.
Wachten op de brug
Als je moet wachten voor de brug en er is een aanlegplaats, dan zou je daarvoor kunnen kiezen. Eerst de snelheid uit de boot halen en op een zo rustig mogelijk plekje de stootwillen uithangen. Ondertussen heeft een ander, met meer bemanning, het door jou begeerde plekje aan de aanlegplaats ingenomen. Nou ja dan maar dobberen en kijken of er nog een meerpaal is waar ik even aan vast kan maken. Allemaal niet zo’n probleem zolang het niet ‘te’ hard waait en stroomt.
Na de brug de stootwillen weer opruimen, want ik hou er niet van om die dingen te laten hangen. Het kan dus gemakkelijker, maar ik vind het geen gezicht. Dus opruimen die dingen, gang even uit de boot, roer vast met de stuurautomaat, positioneren, kijken of er voldoende ruimte voor mij is en dan aan de slag.
De sluis
Een stukje na de brug eindelijk wat ruimer water, maar wat is het druk. Geen wonder want het is vakantie, weekend en prachtig weer. Ik kan het dus wel vergeten om mijn stuurautomaat het werk te laten doen, en zal zelf moeten blijven sturen. Oei, ik voel dat er wat moet gebeuren. Ik ga op mijn knieën omdat ik er geen openbare voorstelling van wil maken, rug tegen de helmstok om te kunnen sturen en de rest laat ik aan de fantasie van de lezer over. Hoge nood geledigd en de sluis komt in zicht. Deze sluis heeft hele gladde balken en die liggen zo laag dat stootwillen uithangen geen zin heeft. De lijn van mijn midden bolder ligt klaar voor gebruik. Het rode licht gaat uit en we mogen opvaren. Ik heb mijn “één” vlagje (seinvlag 1) ontvouwen. Dat geeft mij even wat meer ruimte om dingen te doen die je niet hoort te doen als je met bemanning vaart, bijvoorbeeld eisen dat je op je favoriete kant wilt aanmeren, in mijn situatie aan bakboord.
Voor mij vaart een grote zeilboot met minimaal zes bemanningsleden tergend langzaam de sluis in. Ik zie dat ze voornemens zijn om gelijk aan te meren aan bakboord, ik roep dat de ze verder moeten doorvaren. Dit zijn van die momenten dat ik mogelijk even wat minder sympathiek overkom op mijn collega-bootjesvaarders, maar voor mij als solozeiler noodzakelijk om de voor mij noodzakelijke ruimte te krijgen.
We liggen vast
Aanvaren naar de zijkant, motor in zijn achteruit, op het moment dat je stilligt de motor op bijna neutraal en dan de kuip uit en de lijn van de middenbolder om de bolder van de sluis leggen. We liggen vast en de motor zorgt ervoor dat de achterzijde van mijn schip mooi tegen de kant aan wordt getrokken. Nog een lijn aan de achterkant om de ketting van de sluis, midden bolderlijn en de landvast in de hand en dan wachten tot we weer kunnen uitvaren.
De bemanning van de grote zeilboot voor mij zijn druk bezig op het voordek. Met een bootshaak proberen ze een landvast om een bolder te leggen en na een aantal pogingen lukt het. Het ijverige bemanningslid voorop trekt de lijn lekker strak waardoor de achterkant van de wal afdrijft. Op het achterdek was het nog niet gelukt om een lijn om een bolder te krijgen.
Op naar Enkhuizen
Uiteindelijk liggen we allemaal netjes in de sluis en begin ik een gesprekje met mijn overburen. Ze willen beslist in het Engels communiceren, heel sympathiek van deze oosterburen. Zij vinden het wat oneerlijk dat wij hun taal vaak wel enigszins spreken maar zij niet de onze. We doen het toch maar in het Duits omdat dit mij beter afgaat. Ondertussen gaan de sluisdeuren open en kunnen we verder.
Eindelijk op ruim water, nog even een aantal tonnen en molens passeren en dan kan het genot van de stuurautomaat worden ervaren. Op naar Enkhuizen.
Omslagfoto en foto: Marcus Dubling
Tekst: Marcus Dubling
Marcus beschrijft lekker in detail het passeren van de sluis. Hij vermeldt niet dat hij zijn motor uitzet. Tot mijn ergernis komt het tegenwoordig wel meer voor dat motoren blijven draaien in de sluis, waarbij uitlaatgassen blijven hangen in de Sluiskolk. Foei, wat asociaal! Ook belangrijk vind ik dat de solo-wimpel je geen extra rechten geeft. Je kan hooguit hopen op wat begrip van andere schippers.
sein vlaggetje 1. Geeft geen enkel recht. Is voor de wedstrijd zeiler. Groep 1.
Er komt nog eens een tijd dat de in aantal toenemende 1-wimpeltjes ofwel ‘solowimpeltjes’ irritatie gaan wekken, omdat de bijbehorende solozeilers kennelijk menen daarmee een voor hen comfortabele plaats in de sluis op te kunnen ‘eisen’ en vanzelfsprekend speciale bejegening te mogen verwachten.
Als solozeiler behoor je je normaal en reglementair correct in het vaarverkeer te bewegen, inclusief de wellevendheid die daar bij hoort. Een heleboel mensen vinden een sluis nemen spannend, dat is niet specifiek des solozeilers. Een helpende hand is soms welkom, maar je kunt daar ook gewoon vriendelijk om vragen. Ik maak zelf geregeld mee dat ik in een volle sluis bij een ander jacht opzij kan komen en dat men daarbij even uit eigener beweging m’n lijntje pakt. Mensen zien vaak wel dat je alleen bent, daar is dat vlaggetje helemaal niet voor nodig.
Leuk stukje Marcus. En laat die azijnzeikers hierboven maar lekker gaan.
Mooi beschreven en leuk om avonturen van dichterbij huis te lezen.