Een staart of as, voor deze keuze kom je ooit te staan bij aanschaf van een andere boot. Zeilen zet de voors en tegens naast elkaar.
Begin jaren zeventig wilden de zeilers af van de buitenboordmotor aan de spiegel: gewicht op de verkeerde plaats, lawaaiig, lastig te bedienen en op ruw water komt de schroef regelmatig boven water. Diezelfde buitenboordmotor in een bun voldeed al beter, maar het grote gat in het vlak was niet bevorderlijk voor de zeileigenschappen. De rubberflappen daarvan sloten meestal slecht aan. De ingenieurs van Volvo Penta bedachten daarvoor een combinatie van een staartstuk voor vaste montage door het vlak en een motor. Dit werd in 1971 als MB10 Saildrive geïntroduceerd, een tweecilinder benzinemotor van 11 pk. Die aandrijving was niet succesvol, wel de veel lichtere opvolger MD2. Een combinatie van een 10 pk (7,4 kW) tweecilinder vierslag benzinemotor van Honda en een Volvo-staartstuk. Heel veel zeilboten tot ongeveer acht meter werden ermee uitgerust en ze varen er nog mee.
In 1973 kwam Volvo Penta met de saildrive zoals we hem nu kennen: een staarstuk in rubbermanchet en ervoor, of erachter, de dieselmotor. In 1973 nog zware één- en tweecilindermoto
ren, nu lichte een-, twee-, drie- en viercilindermotoren die maximaal 80 pk (59 kW) leveren. Bijna vanaf de dag dat Volvo Penta de combinatie introduceerde, vonden andere fabrikanten het ook een heel goed idee.
Voordelen
Als je tegenwoordig op Boot Düsseldorf of de HISWA onder de boten kijkt, zie je overal de staartstukken van saildrives. De saildrive heeft het dus helemaal gemaakt in de afgelopen 35 jaar, want zolang bestaat deze aandrijving al.
Hier en daar kom je nog een ‘normale’ schroefasinstallatie tegen, maar alleen onder boten die geschikt zijn om droog te vallen, om te varen op ondiep water, of onder heel grote schepen met bijpassend motorvermogen. De grootste saildrive is ‘nog’ beperkt tot motoren tot ongeveer 80 pk (59 kW). Er moeten dus goede redenen zijn om te kiezen voor een saildrive in plaats van een vertrouwde schroefasinstallatie.
Volgens Jan-Willem Vissers, salesmanager bij motorenfabrikant Volvo Penta, zijn de belangrijkste redenen gemak en tijdwinst. “Een saildrive is een compleet pakket, motor plus aandrijving en desgewenst een fundatie. Installeren van de motor betekent dan alleen nog maar een gat in het vlak zagen, het inlamineren van de fundatie, de motor plaatsen en aansluiten. Bij jachtwerf Bavaria staat daar geloof ik een half uur voor. Voor een schroefasinstallatie moet je ook een fundatie maken, een schroefaskoker inlamineren, een uithouder voor de schroefas inlamineren, motor plaatsen en uitlijnen. Dat kost veel meer tijd. Bij het plaatsen van een saildrive kan er dus weinig fout gaan. Voor werven die grote aantallen schepen produceren met niet gespecialiseerd personeel is dat heel erg belangrijk. Maar we verkopen ook steeds meer aandrijvingen aan werven die enkele stuks per jaar bouwen.”
Na het gemak en de tijdswinst volgen op enige afstand: minder overdracht van motortrillingen en betere mogelijkheden voor geluidsisolatie. Daarbij hebben de ontwerpers van het interieur meer mogelijkheden.
Geen uitlijnproblemen
Koos de Ridder, Jac. de Ridder Yachtdesign, bekend ontwerper met veel sportieve zeilboten op zijn naam, begrijpt dat heel veel werven liever een saildrive inbouwen dan een motor met schroefasinstallatie: makkelijk inbouwen, geen uitlijnproblemen, veel mogelijkheden voor goede geluidsisolatie en meer speelruimte in het interieur. Aan de inbouw in kleine zeiljachten kleven wel wat bezwaren volgens Koos. “Volvo en de andere fabrikanten hebben maar twee staartstukken voor alle vermogens. Dat betekent dat een kleine zeilboot een relatief zware staart krijgt met een klein schroefje. Esthetisch niet fraai, te diep, te groot en te zwaar. Of je moet voor de staart van fabrikant Lombardini kiezen. Een normale schroefasinstallatie kun je beter op elkaar afstemmen.”
Doordat de schroef van de saildrive wat verder van het roer afligt, heb je op lage snelheden wat minder druk op het roer. Daar moet de eigenaar even aan wennen.
Dure optie
Eric van de Wansem, V.d. Wansem Servicecenter in Buitenkaag, is dealer van zowel Volvo Penta als Yanmar, de grootste fabrikanten van motoren voor zeilboten. Hij vindt de saildrive technisch wat kwetsbaarder dan een schroefasinstallatie. “Als een flink stuk hout het staartstuk raakt, kan de schade behoorlijk groot zijn. Groter dan van een ontzette as-uithouder.”
De saildrive is een dure optie. Zowel door de hogere aanschafprijs, als het vervangen na zeven jaar van het rubber manchet. De fabrikanten eisen dit in verband met de garantie. “Vervangen van het manchet is duur. Niet alleen door de aanschafkosten, maar ook door het arbeidsloon. Een monteur is er al snel meer dan een dag mee bezig. Ook een handige doe-het-zelver zal het er moeilijk mee hebben.”
Volgens Eric moeten eigenaren de staartstukken heel goed op corrosie inspecteren en kale plekken snel behandelen. “Natuurlijk kost het vervangen van schroefaslagers en afdichtingen in een conventionele installatie ook geld, maar niet zoveel.”
Over uitlijnen heeft hij een uitgesproken mening: “Uitlijnen is minder ingewikkeld dan men denkt; je moet heel zorgvuldig zijn. Ik ben geen onverdeeld voorstander van saildrives.”
Hoewel de saildrive exclusief voor polyester schepen schijnt te zijn ontworpen, zijn ze ook geschikt voor inbouw in stalen en aluminium schepen. Tenminste, als het staartstuk, zoals bij Volvo en Yanmar, elektrisch is geïsoleerd van de motor.
Voldoende keuze
Een saildrive is aanmerkelijk duurder dan de conventionele installatie, maar dat verschil wordt kleiner bij grotere motorvermogens. As, schroefaslager, schroefasafdichting en schroefaskoker zijn niet goedkoop. Conventionele installaties met grotere vermogens worden voorzien van dure flexibele en homokinetische koppelingen.
Voor het kiezen tussen een saildrive of een schroefasconfiguratie legt het merk of type motor eigenlijk geen beperkingen op. Inmiddels zijn er complete units te koop van onder andere:
- Bukh 24-48 pk (17,6-35 kW) www.clouds.nl
- Lombardini 13 tot 87 pk (10-64 kW) www.kvt.nl
- Nanni 10 tot 60 pk (7,4-44 kW) www.nanninederland.com
- Solé 11 tot 35 pk (8-26 kW) www.allpa.nl, deze importeur verkoopt ook losse staartstukken van het merk Selva
- Vetus 11 tot 80 pk (8-59 kW) www.vetus.nl
- Volvo Penta 12 tot 75 pk (8,8-55 kW) www.volvopenta.nl
- Yanmar 9 tot 75 pk (6,7-55 kW) www.yanmar.nl.
Elf keer voor en tegen
Saildrive versus schroefas:
- Saildrive: makkelijke montage/Schroefas: montage specialistisch werk
- Saildrive: weinig overdracht van trillingen/Schroefas: monteren flexibele koppeling
- Saildrive: uitlijnen overbodig/Schroefas: uitlijnen noodzakelijk
- Saildrive: geluidsisolatie gemakkelijk/Schroefas: geluidsisolatie ingewikkeld
- Saildrive: prijs complete unit hoog/Schroefas:
- Saildrive: relatief dikke staarten voor kleine vermogens/Schroefas: bij lage vermogens iets goedkoper, hogere vermogens nauwelijks
- Saildrive: beperkt aantal reducties/Schroefas: veel reducties
- Saildrive: vermogen beperkt tot 80 pk (58,8kW) Vetus/Schroefas: onbeperkt
- Saildrive: na zeven jaar vervangen rubber manchet/Schroefas: vervangen schroefaslager, schroefasafdichting en motorrubbers, afhankelijk van gebruik en kwaliteit installatie
- Saildrive: periodieke controle staart noodzakelijk in verband met corrosie/Schroefas: anode op of bij as regelmatig vervangen
- Saildrive: geen koperhoudende antifouling/Schroefas: alle soorten antifouling
Tekst: Hans Martens, Foto’s: Leveranciers
Tags: motor Last modified: 19 maart 2021
Saildrive op m’n J97 op Markermeer (zuidelijk IJsselmeer). Iedere (!) tocht verstoord door grote plukken planten die achter de Saildrive blijven hangen. Snelheid loopt fors terug van bv 6,5kn naar 4kn. Oplossing is boot ieder 1/2 uur stilleggen, enkele meters achteruit varen, en met grote verwondering de grote bos planten voor de boot zien loskomen. De schroefas heeft dit probleem wellicht niet. Wie heeft ervaringen? Dit is voor mijn boot echt een probleem op Markermeer aant worden.
Ik heb een Koopmans met midzwaard en een schroefas met schroef in raam. Tot op heden heb ik nog nooit rommel in mijn schroef gehad. Mijn windvaan heeft er soms wel last van. Soms wier en soms netten of lijnen. Een lijn van een kreefdenkooi gaat gewoon onder mijn boot door. Ja soms blijft het dan even in mijn windvaan hangen om vervolgens toch weer te lozen. Kortom ik ben zeer gelukkig met deze constructie en de schroefas is zeer betrouwbaar. Onderweg hoor ik vaak dat zeilers iets in hun saildrive hebben. Voor mij nooit een saildrive. Het is een soort bootshaak onder water.
Dat Fonteinkruid is een groot probleem aan het worden bij Durgerdam, Volendam en Hoorn. Ook in de Westeinderplas heb ik het al gezien. Wij hebben een schroefas met 3-blads schroef en het blijft daar ook lekker inhangen. Achteruit varen heeft geen zin. Ook onder zeil pakt hij alles op.
Dit jaar weer eens op het IJsselmeer geweest. In augustus vanaf Hoorn langs de Noord-Hollandse kust naar de Gouwzee. De boot, een Sunfast 36 is uitgerust met schroefas en Maxprop schroef. Dit, ondanks dat we het hele stuk hebben gezeild. Voordat we Monnickendam binnen konden varen, eerst het water ingemoeten, om ca. 20(!) kg waterplanten te verwijderen. Andere dag naar IJmuiden gezeild. Daar ook weer ongeveer 10 kg waterplanten van schroef en schroefas verwijderd. Zelfs de kiel en het roer waren omwikkeld met lange slierten waterplanten. Even met flink gas achteruitvaren bood in geen van de gevallen soulaas. Ik ga voorlopig niet meer langs de Noord-Hollandse IJsselmeerkust varen.
ik heb wel eens gehoord dat je scherpe kanten aan je schroefbladen kunt maken, deze snijden dan de planten door. ik weet niet of dit werkt, maar heb er positieve verhalen over gehoord.
Ik denk dat een schroefas iets minder problemen zal geven. Veel zal het echter niet schelen en het zal ook afhankelijk zijn of je een vaste of een klapschroef aan je as hebt. Als het inderdaad zo problematisch is als je omschrijft zou ik kiezen voor een ander vaargebied. Afhankelijk waar je woont thuishaven Enkhuizen of Lelystad of omgeving.
De laatste 21 jaar hebben wij nooit last gehad van waterplanten in de schroef, ook niet op het Markermeer. Eenmaal een dik touw in de schroef, maar dat kon ik er zelf uithalen door er aan te trekken en tegelijk de schroefas met de hand te draaien. Ik vrees dat het moeilijke manoeuvreren met een saildrive die ver van het roer is gemonteerd, in het artikel wat onderbelicht wordt. Ik heb van eigenaars van een saildrive gehoord dat manoeuvreren met een beetje zijwind heel moeilijk is. Ik ben tevreden met mijn schroefas en schroef. Zelfs zonder boegschroef is het ons nog altijd gelukt om de boot in het juiste gaatje te prikken.
Mijn catamaran gaat twee buitenboord motortjes krijgen: goedkoop, makkelijk onderhoud, alles-in-een, geen thru-hulls, manoeuvreren dmv links/rechts gas vooruit-achteruit, en – sneller zeilen! Geen prop in het water, alles omhoog, eruit, nog sneller!
Een saildrive is bedacht door bouwers van zeilboten die de prijs die klanten moesten betalen niet wilde laten stijgen, maar meer winst wilden behalen. Duurdere schepen (de grotere Contesten, Hallberg Rassies etc. worden nog steeds van schroefasinstallaties voorzien. Dat is niet zonder reden. Ik zou niet anders willen. Met een klap- of vouwschroef heb je nauwelijks last van de waterplanten op het Markermeer tijdens het zeilen. Gebruik je de motor dan is de kans op waterplanten even groot dan bij saildrives.
Nog een paar aspecten van saildrive versus schroefas.
De schroefas van een saildrive staat bijvoorkeur horizontaal, een schroef maakt vaak een hoek, loopt dus wat naarbeneden. Deze hoek is een van de oorzaken van het wieleffect. Hoe groter de hoek, hoe groter het wieleffect. Van dit wieleffect kan je gemak hebben bij bv. aanleggen. Bij achteruit varen heb je er last van. Je moet al aardig op snelheid zijn om de boot manouvreerbaar te krijgen. Met een saildrive heb je daar aanmerkelijk minder last van. Voordeel !?
Nadeel van een saildrive is de schroefas afdichting direct achter de schroef, als deze gaat lekken en je hebt dat niet direct door dan kan de schade hoog oplopen. Oorzaken van leraren zijn slijtage, maar ook een vislijn om de as. Zout water is dan na enige tijd einde staartstuk.
Over het wieleffect is al veel geschreven, niet alles correct. De hoek waaronder de schroefas ligt heeft weinig tot niets met het wieleffect te maken. Lees de uitleg in Wikipedia, die ik er na lang volhouden in gekregen heb. Helaas heeft Wikipedia het verhaal samengevoegd met “Schroefeffect”. Lees daarbij ook de pagina “overleg” en zie welke emoties dit onderwerp losmaakt(e).
Ik vaar al 24 jaar met een Yanmar saildrive, met dubbele rubber manchette en alarm. Nooit heb ik de rubber vervangen. daarmee vraag ik mij af, of het wel nodig is om iedere zeven jaar een nieuwe manchette te plaatsen.
Mijn 42 voeter is voorzien van een saildrive. Gezien de plaatsing van de motor, is de afstand tussen roer en schroef relatief groot. Dit heeft tot gevolg dat de controle over het achterschip tijdens manoeuvreren bepaald niet goed is. Over dit nadeel, dat voor veel jachten geldt, wordt niet gesproken in het artikel. Vergeleken met mijn vorige boot met schroefas vind ik dat de voordelen van een saildrive niet opwegen tegen dit nadeel.
In deze discussie mis ik het monteren van een stuwdruk lager die de stuwdruk van de schroef overbrengt op de romp en niet via de motorsteunen het schip voort stuwt hierbij kun je met gebruik maken van een spiebaan en opsluitschroef kruiskoppelingen monteren waardoor uitlijnen niet nodig is en met het verlengen of verkorten van de aandrijfas de juiste plaats van de motor bepaald, tevens bestaat de mogelijkheid om een aldenator op de aandrijfas te monteren ,zodat het meedraaieffect van de schroef tijdens het zeilen omgezet wordt in electriciteit