In de rubriek ‘bekende bakens’ schijnen we licht op legendarische vuurtorens, boeien en lichtschepen. Deze week: vuurtoren Brandaris
Terschelling is traditiegetrouw een populaire zeilbestemming tijdens de feestdagen. Ieder jaar trekken zeilers naar het Waddeneiland om de jaarwisseling te vieren. De haven ziet er dan prachtig uit, met sfeervol verlichte zeilboten en ‘s lands oudste werkende vuurtoren op de achtergrond: de Brandaris.
Rijksmonument
Om de vijf seconden schittert het witte schijnsel van de Brandaris over de Waddenzee. Het vertrouwde licht flitst op een hoogte van 55 meter en is op heldere dagen al zichtbaar vanaf 29 mijl. De toren zelf is 53 meter een 66 centimeter hoog en dateert 1594. Sinds 1965 is het bekende baken officieel een rijksmonument. De toren wordt permanent bemand door verkeersleiders en is niet toegankelijk voor bezoekers. Via Twitter kunnen we wel af en toe meegenieten van het uitzicht:
Donkere dagen voor kerst, vanaf #brandaris #Terschelling #Waddenzee #recreatievaart #scheepvaart pic.twitter.com/5kWRdNq4Yb
— Brandaris verkeerscentrale (@Brandaris_RWS) December 20, 2021
Sint Brandarius of heilige Brandaan
De ‘toer’ (toren), zoals de eilanders hem wel eens noemen, staat in het dorp West-Terschelling. Waar de naam Brandaris vandaan komt is niet bekend. Vermoedelijk dankt hij zijn naam aan het nabijgelegen dorpje dat destijds Sint Brandarius of Sint Brandarys heette. Ook de Ierse zeevarende heilige Brandaan van Clonfert wordt geregeld in verband gebracht met de vuurtoren. Deze zeilende monnik, die vaak afgebeeld wordt met een brandende fakkel, komt terug in vele kerken rond de Oostzee en de kust van Vlaanderen en Bretagne.
“Eijn mercke”
De huidige Brandaris heeft twee voorgangers. De eerste was de toren van de Brandariuskerk. Deze verrees in 1323, op verzoek van de Hanzestad Kampen. De vloot van de Hanzestad voer regelmatig via Terschelling naar de Noordzee en had dringend nood aan een goede markering. Na overeenkomst voor “een voerhuijs oft eijn mercke” betaalde Kampen mee aan de bouw van de toren en zorgde ze voor de benodigde stenen en balken. Daarom mochten Kampenaren voor lange tijd gratis aanleggen in Terschelling.
Wankele toren
Het Waddeneiland Terschelling ging geleidelijk op wandel. Omstreeks 1570 stortte de toren in zee. Er werd besloten een nieuwe toren te bouwen op een wat veiligere plek. Pieter Albertsz Vlock uit Medemblik begon in 1593 aan de bouw, maar het project liep uit op een drama. De toren stortte in voordat hij klaar was, vermoedelijk omdat er te zachte stenen waren gebruikt. Zes bouwers vonden daarbij de dood. Ondanks het drama kreeg de aannemer uit Medemblik een tweede kans. In 1594 was de toren klaar. Dat jaar begon ook de beroemde Terschellinger en ontdekkingsreiziger Willem Barentsz aan zijn eerste expeditie om de noordoostelijke doorvaart te vinden. Hij moet de huidige Brandaris dus nog gezien hebben.
Geen echte vuurtoren
Strikt genomen is de Brandaris geen vuurtoren. De toren had een houten overkapping en daarom kon er geen vuur gestookt worden. Men gebruikte lantaarns en kaarsen om licht te maken. De hoeveelheid licht van de lantaarns moet niet erg indrukwekkend geweest zijn, want de toren werd een lange tijd gedoofd. ´s Nachts brandden de Terschellingers vuurbakens in de duinen, zodat de scheepvaart toch nog een oriëntatiepunt had. De Brandaris diende toen enkel als dagbaken. De toren deed in de beginperiode ook dienst als gevangenis en kerktoren.
Philips gloeilamp
De Brandaris liep vaak voorop met nieuwe ontwikkelingen. In 1834 werd de vuurtoren gerestaureerd tot eerste Nederlandse vuurtoren met een ronddraaide fresnellens, een lens die de zichtbaarheid van het licht vergrootte. Het Nederlandse bedrijf Philips ontwikkelde in 1920 een gloeilamp met een diameter van zo´n dertig centimeter voor de Brandaris. In 1977 kreeg de vuurtoren een lift en een radarantenne. Het licht werkt nu automatisch. Speciale vogelverlichting moet voorkomen dat vogels zich ‘s nachts te pletter vliegen tegen de toren.
Verkeercentrale
Vandaag waakt de Brandaris nog steeds over de Waddenzee. Even was er sprake dat de bemanning van de Brandaris naar de nabijgelegen zeevaartschool zou gaan, maar dat is gelukkig niet doorgegaan. Zowel de Centrale Meldpost Waddenzee (VHF 4) en de Zeeverkeerscentrale Brandaris (VHF 2) zijn gevestigd in de toren. De meldpost fungeert als eerste aanspreekpunt voor alle vaarweggebruikers op de hele Waddenzee. Op VHF2 worden om de twee uur scheepvaartberichten, waaronder ook het scheepsweerbericht en actuele waterstanden, uitgezonden (tijdstip: een half uur na elk oneven uur).
Technische storing
De toren kwam in 2018 in het nieuws omdat vanwege een technische storing het licht niet wilde branden. De reparatie duurde een tijdje, omdat hiervoor technici vanaf het vaste land naar het Waddeneiland moesten reizen. De toren is niet toegankelijk voor bezoekers, maar je kunt er wel trouwen. De trouwzaal bevindt zich op de eerste verdieping, dus niet bovenop de uitkijktoren. Dat plekje blijft gereserveerd voor de verkeersleiders.
Klik hier voor alle artikelen in deze rubriek.
Titelfoto: CC BY 3.0 JHellingman
Tags: Bekende bakens Last modified: 30 december 2021