Boten

Vaartest tweedehands zeiljachten

Winner 9.50 en Etap 32i

14:01

Een gebruikt jacht leer je kennen door ermee te varen. Dus trok de redactie naar Zeeland om daar vier gewilde tweedehands jachten te testen. Boten van 21 tot 32 jaar oud, in het populaire segment van 9 tot 11 meter. Hoe vaart dat nu, zo’n zeiljacht met historie? Deze week lees je meer over de Winner 9.50 en een Etap 32i. Volgende week komen een Dehler 34 en een Friendship 35 aan bod.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Zeilen 11/2018
Tekst: Hans Buitelaar

Op het brakke water van het Veerse Meer liggen de vier testboten klaar. We hebben de beschikking over een Winner 9.50, een Etap 32i, een Dehler
34 en een Friendship 35. Netjes aangemeerd in de boxen van Delta Marina Kortgene, op slot en met huiken over de zeilen, zoals gebruikte jachten bij makelaars liggen. De kennismaking begint met het zeilklaar maken: sleutels passen in de kajuitingang, bakskisten openmaken, schoten zoeken, de hoofdschakelaar zoeken en instrumenten aanzetten. Huiken worden losgeknoopt en opgerold, spinnen verjaagd. Stilliggen in de haven op brak water zorgt helaas voor aangroei.

De Friendship 35 heeft een ondiepe dooskiel met een midzwaard; deze zit vast. De boot is met het zwaard omhoog afgemeerd; de metalen plaat wil niet naar beneden. Vertwijfelde blikken worden gewisseld: hoe testen we de zeileigenschappen van een boot met het zwaard omhoog? Gelukkig blijkt de makelaar ook havenmeester en hij weet wel raad met dit probleem: de Friendship gaat naar de kraan en eenmaal in de tuien hangend worden schaaldieren van de kiel gespoten en wordt het zwaard vrij gemaakt – een razendsnelle kraanbeurt. De Winner en de Dehler zijn al uitgevaren; de zeilen zijn gehesen en de eerste rondjes in de kalme wind van 6 tot 8 knopen worden gedraaid. Achter de fris afgespoten Friendship volgt de Etap. Na het hijsen van de zeilen, een paar manoeuvres, het polsend voelen aan het roer en het beproeven van de bediening van schoot- en vallieren, begint de kleine vloot tweedehandsjes aan de test.

Oogappeltje

Op aanwijzing van de fotograaf varen de vier jachten in formatie: achter elkaar aan, dan weer naast elkaar. We kiezen verschillende koersen en gaan groepsgewijs voor anker. Het is geen wedstrijd, maar zoals bij de meeste zeilers gaat de eerste voorkeur uit naar de snellere boten. Eigenlijk doen drie van de jachten in deze kalme omstandigheden niet voor elkaar onder: het grootste jacht uit de test, het sportieve toerjacht Friendship 35 (getekend door Koos de Ridder in 1979), vaart met 3 beaufort zowel aan de wind, halve wind als ruimwinds vlot en stabiel. Dat geldt ook voor de Dehler 34, een jacht dat als toer-wedstrijdboot in de jaren 80 en 90 een goede reputatie verwierf. Dit ontwerp van Van de Stadt Design uit 1982 is een afgeleide van het driekwarttonner wedstrijdjacht DB1 uit 1980. Ook vlotjes zeilt de Winner 9.50, eveneens uit de studio van Van de Stadt, een ontwerp van 1987.

De Winner is een van de lievelingen van de Nederlandse zeilers die op zoek zijn naar een relatief ruim, goed zeilend en kwalitatief gebouwd gebruikt jacht. De prijzen die voor dit type worden gevraagd (en betaald), liggen overwegend substantieel hoger dan die van 31-voeters van andere werven van vergelijkbare bouwjaren. De Etap blijft onder zeil achter op de drie andere boten. Ongelijkmatige rek in het doek van de genua (of een snijfout van de zeilmaker?) maakt het onmogelijk de zeiltrim optimaal te krijgen. Daarbij is de Etap relatief breed en is het ontwerp uit 1992 van Bureau Mortain en Mavrokios uit La Rochelle veel minder dan de andere jachten gericht op sportief zeilen.

Op geen enkel jacht werkt het log: het resultaat van een langere periode aan de verkoopsteiger liggen. Aangroei blokkeert het schoepje onder de romp. De vloeiende vormen van de Dehler behagen de fotograaf; de testzeilers lonken naar de Winner.

Scorelijst

We zeilen, varen op de motor, struinen door het interieur en onderzoeken wat goed is aan het jacht waarop we varen. Regelmatig stappen we over van het de ene boot op de andere. We gaan in kooien liggen, trekken kastjes open, gaan staan bij het kombuis en zitten op het toilet. Het resultaat is een lange lijst met opmerkingen en een cijferlijst waarop alle beoordelingen staan. De cijferlijst geeft merkwaardig genoeg niet het sentiment van de dag weer: weliswaar komt ook in de beoordelingscijfers van de acht testzeilers de Winner 9.50 als meest begeerlijke boot naar voren; de op de testdag eveneens zeer geliefde Dehler scoort minder dan verwacht.

Wat eigenlijk al bekend was, wordt op de testdag nog eens bevestigd: na de koop van een gebruikt jacht volgen vrijwel altijd nog andere kosten of klussen. Kale plekken in het lakwerk van het interieur schreeuwen om liefde van de nieuwe eigenaar. Dit is een klus die met het leegruimen van de boot, een lange dag schuren en een dagje lakken al is op te lossen. De meest aangeslagen, groen geworden lijnen vervang je direct, de andere exemplaren kunnen in de loop van een eerste vaarseizoen worden vervangen om de kosten wat te spreiden. Opgezeilde lappen aan de mast vergen al meer investering.

Jachtexperts die worden ingeschakeld voor een aankoopkeuring, zorgen vaak al dat een boot uit het water wordt gehesen om het onderwaterschip te inspecteren en een vochtmeting te kunnen doen in het polyester. Kraankosten zijn noodzakelijk om in ieder geval met een redelijk schoon onderwaterschip de eerste maanden zeilplezier te beleven: geen enkel jacht biedt het volle potentieel met een aangegroeid onderwaterschip. De elektrische installaties waren op de geteste werfschepen over het algemeen redelijk tot goed. De praktijk leert dat met het ouder worden van het schip, het vaker installeren van nieuwe instrumenten en het vaker wisselen van eigenaar, de bedrading vaak een onoverzichtelijke spaghetti wordt. Dan jeukt het bij een koper om de hele boel te vervangen, maar pas op: dit is een erg tijdrovende klus.

Winner 9.50

Gebouwd als snelle toerzeiler voor de werf van Dick Rus, is de Winner 9.50 7/8e fractioneel getuigd met een 130 procent genua en een lange giek, bijna tot de achterkant van de kuip. De kuip is ruim, maar de kuipranden zijn vrij laag. De handtekening van de ontwerper is te zien in de negatieve spiegel met een ‘deuk’ erin, waardoor plaats ontstaat voor een zwemplateau en waar een zwemtrap netjes omhoog scharniert en toch bereikbaar blijft voor drenkelingen.
Wat opvalt aan dit jacht is de lange giek, het feit dat de trimlijnen en vallen allemaal bij de mast bediend worden en niet over het kajuitdak naar achter worden gevoerd, zodat trimmen vanuit de kuip mogelijk is. Dit geldt niet voor alle Winner 9.50’s, maar was klaarblijkelijk de keuze van de eerste eigenaar die dit zo bestelde bij de werf.

Veel aangroei

Binnen springt het licht gebeitste interieur in het oog, met de achterhut zonder deurtje zodat op het relatief kleine jacht meer leefruimte overblijft. De doorkijk van de dubbele achterkooi door de kajuittrap is charmant. Het schakelpaneel is naast de kajuittrap gemonteerd, bereikbaar vanuit zowel de navigatiezit, de achterkooi als de kajuit.

Zeilend valt op dat alles licht te bedienen is en de boot goed op het roer reageert. Met de rustige wind van de testdag luistert de boot ook naar het roer wanneer nog niets aan de trim van de zeilen wordt veranderd. Varend onder motor valt op dat de boot erg traag op snelheid komt en maar langzaam remt bij gas achteruit. De makelaar meldt dat dit te wijten zou zijn aan (veel) aangroei; er staat immers een 18 pk sterke Yanmar in de motorruimte. Dat vermogen is voor een boot van deze afmetingen en gewicht inderdaad normaal gesproken genoeg om vlot op snelheid te komen. Gezien de erg trage reacties op de gashendel vermoeden we dat een klapschroef met te kleine diameter en te weinig spoed aan de saildrive is gemonteerd. Als extra’s zijn op dit jacht teakhouten zitjes aangebracht op de hoeken van het hek, wat een prettige zitpositie oplevert. Ook de zonnepanelen op het kajuitdak zijn extra’s. Het ontbreken van ankerbeslag wordt opgemerkt. Opmerkingen van de testzeilers: “No nonsense.” “Scheeps interieur.” “Geschikt voor zee.” “Een boot voor de ‘echte’ zeiler: snel, kwaliteit, geen luxe.”

Specificaties Winner 9.50

Lengte x breedte: 9,50 x 3,10 m
Diepgang: 1,70 m
Waterverplaatsing: 3,5 m3 (leeg af werf)
Zeiloppervlak geteste boot
– grootzeil: 28,1 m2
– genua: 19,3 m2
– fok: 19,3 m2

Stahoogte ingang: 1,81 m
Stahoogte hoofdschot: 1,74 m
Afmetingen bed: voorpiek 1,90 m lang; voetschot 20 cm; 1,76 m aan hoofdeind
Afmetingen bed achterhut: 1,95 m lang; voetschot 90 cm; 1,47 m aan hoofdeind
Salonbank bakboord/stuurboord: 1,93 m lang

1. Zonnepanelen, geplaatst door de vorige schipper, houden de accu’s altijd geladen. 
2. Genualieren, grootschootoverlop én motorpaneel zitten voorin de kuip, waar ook de (solo) stuurman zit met de helmstok in de hand. 
3. Trimmogelijkheden met kleine voordriehoek, lange giek, dubbele zalingen en fractioneel tuig. 
4. Whitewash interieurbetim­ mering en een doorkijkje naar de achterkooi door de kajuittrap. 
5. Met een deukje in de negatieve spiegel ontstaat een zwemplateau en plek voor een goed bemeten opklapbare zwemladder.

Etap 31i

Etap-jachten hebben de charme van het afwijkende: de erg praktische aluminium voetrail, bij boeg en spiegel onderbroken om in dezelfde vorm dienst te doen als kikker. De kajuitopbouw staat achter de mast, wat veel ruimte op het voordek oplevert. Vallen en trimlijnen lopen vanaf de mastvoet omhoog langs de ramen voorin de kajuit, langs een organiser naar lieren op het kajuitdak om vanuit de kuip te worden getrimd. De giek is niet horizontaal gepland in dit ontwerp, maar grijpt lager aan de mast aan en loopt omhoog naar achteren om extra zeiloppervlak laag boven het kajuitdak te hebben, waar het minder helling oplevert. De 7/8e fractionele tuigage is standaard uitgerust met een 130 procent overlappende fok.

De toevoeging ‘onzinkbaar’ is met effectieve marketing vrijwel iedere zeiler bijgebleven. De werf spuit schuim tussen de romp en binnenschaal. Dit biedt de mogelijkheid om een glad afgewerkt interieur vorm te geven, als basis voor de betimmering. In de toiletruimte levert dit een mooie inrichting op met kastjes, slimme toiletrolhouder en spiegels. De combinatie van aluminium en glasvezel polyester laminaat heeft de werf opgepakt als stijlkenmerk. De treden van de kajuittrap zijn van het lichte metaal, beplakt met rubber. De treden steunen op kunstig gevormde aluminium piramides.

Slim industrieel ontwerp wordt zichtbaar in de kastdeursluitingen. De kastdeurtjes vallen toch al op met allemaal een ovalen vorm met de scharnieren onder. Bovenin zit een aluminium ring met een gat waar je je vinger in steekt. Die ring past op een veertje in een smalle sleuf in het kastdeurtje. Druk de ring naar beneden en het kastje gaat open. Binnen- en buitenkant van de ring vallen over het houtwerk van de kast, net zo dik als het deurtje. Aan de binnenkant is de ring conisch, zodat de deur dicht slaat als hij een zetje krijgt. Zo’n stukje ontwerp is minimalistisch, duurzaam, effectief en mooi. Dat geldt niet voor het opklappende zadel voor de navigatietafel. Die biedt bij zeegang te weinig steun. De poot ervan is gebruikt om een brandblusser aan vast te maken, maar die schuift en belemmert daardoor het zit-klaar uitklappen van het zadel.

Etap Vertical Steering-systeem

Zeilend haalt de Etap in rustige omstandigheden niet de snelheden die de andere jachten halen. Een paar banen in de bi-radiaal gesneden fok blijven killen of de rest staat te strak. De besturing is bijzonder, maar in de ogen van de testzeilers zonder charme. ‘Kolderstok’ werd al snel de gebruikte benaming voor het Etap Vertical Steering-systeem (EVS). Het ziet eruit als een verticale helmstok, maar wordt bediend als een stuurwiel. Stuur je de EVS naar rechts, dan gaat de boot stuurboord uit. Zolang de stuurman achter de EVS gaat zitten op de zetel die Etap in het midden van het hek daarvoor heeft gemonteerd, gaat het goed; je stuurt naar links en naar rechts als in een auto.

De roeruitslag hoeft niet heel groot te zijn voor een strakke bocht en het systeem voelt solide. Maar aan de als helmstok vermomde EVS zit ook een joystick – als helmstokverlenger. De zeiler die deze pakt en op de kuiprand gaat zitten sturen, komt bedrogen uit. Kijkend naar de verklikkers in de genua wil hij oploeven en duwt. Fout. De Etap valt af. Dit leer je na vele uren sturen op een boot met helmstok niet zomaar af. Overstappen van helmstok naar EVS vergt heel wat seizoenen oefenen, in de hoop dat het contra-intuïtieve sturen niet tot schade leidt.
Opmerkingen van de testzeilers: “Groot raam voorin kajuit.” “Voelt veilig.” “Hoog afwerkingsniveau.” “Voor de comfortzeiler.”

Specificaties Etap 31i

Lengte x breedte: 9,73 x 3,42 m
Diepgang: 1,40 m
Waterverplaatsing: 4,43 m3 (leeg af werf)
Zeiloppervlak geteste boot
– grootzeil: 26 m2
– genua: 29 m2

Stahoogte ingang: 1,81 m
Stahoogte hoofdschot: 1,52 m
Afmetingen bed voorpiek: 2,20 m lang; voetschot 30 cm; 1,40 m aan hoofdeind
Afmetingen bed achterhut: 1,97 m lang; voetschot 110 cm; 1,60 m aan hoofdeind
Salonbank bakboord/stuurboord: 1,90 m lang

1. De korte kajuitopbouw geeft veel ruimte op het voordek. Trimlijnen lopen vanaf de mast omhoog langs de kajuitramen.
2. Het Etap Vertical Steering systeem maakt het voor zeilers die een helmstok gewend zijn, ondoenlijk om goed te sturen met een joystick. 
3. Het grootzeil laat zich goed trimmen, de genua mist profiel. 
4. Ronde vormen, veel daglicht en mooie afwerking zorgen voor aangename leef­ ruimte op 32 voet. 
5. Industrieel design met kastdeursluitingen van de draaibank: Etap verrast met eigenzinnigheid.

Deel 2 van de vaartesten

Volgende week publiceren we deel 2 van deze vaartesten. Dan lees je alles over de Dehler 34 en een Friendship 35, en ook een korte samenvatting van de vier boten en de beoordeling in cijfers. Ben je op zoek naar nog meer vaartesten? Neem dan hier een kijkje in onze webshop waar je talloze vaartesten vindt.

Omslagfoto en foto’s: © Klaas Wiersma en Ben Rutte
Tekst: Hans Buitelaar
Tekeningen: Ontwerpers en Merkenclubs
Met dank aan: Ad Geelhoed, Schepenkring Kortgene

Last modified: 13 december 2024
Sluiten