Na een grote onderhoudsbeurt van zeven maanden arriveert replica VOC-schip Amsterdam op vrijdag 16 april weer in Amsterdam. Het Scheepvaartmuseum is haar vaste plek waar ze al sinds 1991 ligt. Dit schip is niet het enige uit de geschiedenis dat eeuwen later is nagebouwd. Er varen ook replica’s rond van de Amsterdam, Batavia, Halve Maen, Kamper Kogge, Utrecht en Witte Swaen. Welke historie kennen deze schepen? En waar dienen de replica’s vandaag de dag eigenlijk voor?
Amsterdam
De Amsterdam is een spiegelretourschip, het belangrijkste en grootste type goederenschip van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). De originele Amsterdam werd in 1748 op de VOC-werf in Amsterdam gebouwd. Na belading op de rede van Texel voer het op 8 januari 1749 uit voor de eerste reis naar de Oost. Door stormachtige weersomstandigheden raakte het schip in de problemen. Uiteindelijk strandde het schip ergens voor de Engelse kust. Niet de hele bemanning had de tocht overleefd en de eerste dagen na stranding werd er flink geplunderd. In de daaropvolgende weken deed de VOC pogingen om het schip te redden, maar die bleken tevergeefs. De Amsterdam zakte weg in de klei en werd overspoeld door het water. Tot op de dag van vandaag ligt het scheepswrak hier.
De locatie van het wrak was bekend bij de lokale bevolking en het werd in de 19e eeuw in Britse reisgidsen als een wetenswaardigheid genoemd. Meerderen probeerden om voorwerpen uit het schip te bergen, waarbij vaak schade werd toegebracht. Dit leidde tot wettelijke bescherming van het wrak in 1973. Britse en Nederlandse archeologen besloten het vergane schip uitgebreid te onderzoeken. Doordat ze was weggezakt in de zachte bodem, was veel van het schip bewaard gebleven. Om de opgedane kennis in praktijk te brengen, werd in 1985 gestart met de bouw van een kopie op ware grootte van de Amsterdam. Meer dan 400 vrijwilligers werkten mee. Sinds 1991 ligt het schip afgemeerd bij Het Scheepvaartmuseum en is het toegankelijk voor het publiek. Na de refit, die zeven maanden duurde, ligt ze er weer prachtig bij.
Batavia
De Batavia is een replica van een zeventiende-eeuws spiegelretourschip dat in 1629 voor de Australische kust verging. Om haar na te bouwen, is een reconstructie gemaakt van hoe een schip rond 1628 gebouwd zou kunnen zijn. In 1985 begon Willem Vos aan zijn droom: de Batavia werd gebouwd. Onder zijn leiding werkten gedurende tien jaar lang ruim 600 jongeren mee aan de Batavia. Voor de bouw is een authentiek bouwproces gevolgd, met echt (krom) eikenhout, henneptouw, lijnolie, teer en beeldsnijwerk. Op 7 april 1995 werd de replica door Koningin Beatrix gedoopt.
Momenteel ligt het schip op de Bataviawerf in Lelystad en trekt zij jaarlijks veel bezoekers. Volgens kenners moet de Batavia definitief uit het water worden gehaald, want ze wordt bedreigd wordt door rot en schimmel. Het lastige is dat je de Batavia niet zomaar over het Markermeer kunt slepen, want daar steekt het schip te diep voor. Eerst moet de ballast die in het ruim zit, een paar honderd ton lood en stenen, eruit worden getakeld. Dan komt het schip een meter hoger in het water te liggen. Als er geen actie wordt ondernomen, dan dreigt de Batavia wellicht voor de tweede keer te vergaan.
Halve Maen
De Halve Maen is een replica van het VOC-jacht waarmee de Engelse kapitein Henry Hudson in 1609 de Oostkust van Noord-Amerika verkende op zoek naar een doorvaart voor de rijkdommen van Indië. Deze ontdekkingsreis gaf de aanzet tot de stichting van de kolonie Nieuw Nederland, met Nieuw Amsterdam als belangrijkste nederzetting. Eind 1618 brandde het schip uit bij een aanval op Batavia, het huidige Jakarta.
In 1909 deed de Nederlandse regering de stad New York, ter gelegenheid van het 300-jarig jubileum van de reis van Henry Hudson, een zeilwaardige replica van het schip cadeau. Echter in 1934 ging dit schip bij een brand door vandalisme verloren. 65 jaar later heeft The New Netherlands Museum nog een replica gebouwd. Deze voer tot 2015 op de Hudson met groepen scholieren aan boord. Het schip is in 2015 op het BigLift zware-lading schip Traveller geladen, en in IJmuiden weer te water gelaten. Vervolgens heeft het schip jaren lang bij het Centrum Varend Erfgoed in Hoorn gelegen. Momenteel ligt het schip in Volendam. Het is mogelijk de Halve Maen te bezoeken en je kunt meevaren.
Kamper Kogge
De Kamper Kogge is een reconstructie van een wrak uit 1336 dat gevonden is in de Flevopolder bij Nijkerk. Naast informatie uit het wrak is ook archiefonderzoek gedaan om zoveel mogelijk oorspronkelijke informatie in de reconstructie te kunnen verwerken. Daardoor is het gelukt om de kogge op authentieke wijze te bouwen. In de middeleeuwen werd een kogge in vier maanden tijd gebouwd, maar in de replica is vier jaar werk gaan zitten.
De Kamper Kogge wordt gevaren met twaalf bemanningsleden en was te gast op diverse edities van SAIL Amsterdam. In 2004 heeft de Kamper Kogge een Ommelandvaart gemaakt. Deze tocht duurde zeven weken en voer langs steden in Duitsland, Denemarken en Zweden. In 2012 nam de Kamper Kogge deel aan de 38ste editie van Bremerhaven Festwoche en ze was ook aanwezig op diverse watersportevenementen in Nederland.
Utrecht
Het Statenjacht De Utrecht is een historische reconstructie van een statenjacht zoals dat oorspronkelijk zou zijn gebouwd in 1746. Statenjachten werden in de periode gebruikt voor het vervoer van belangrijke personen. Deze schepen waren, volgens de destijds geldende normen, van alle gemakken voorzien. Ze waren mooi versierd en daardoor was al van verre duidelijk dat er hooggeplaatste passagiers aan boord waren.
Het schip is tussen 1998 en 2003 door scheepsbouwers en beeldsnijders in het kader van een scholings- en werkgelegenheidsproject gebouwd. Er is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de oorspronkelijke materialen en bouwmethoden. Het schip ligt van april tot november in Volendam, ‘s winters in de Veilinghaven aan de Van Zijstweg in Utrecht. Sinds 2013 wordt het jacht tijdens het winterse verblijf in de Veilinghaven gebruikt als stamppotrestaurant. Tijdens de winter vindt ook onderhoud aan het schip plaats.
Witte Swaen
Het expeditieschip de Witte Swaen is het jacht waar zeevaarder en ontdekkingsreiziger Willem Barentsz (1550-1597) samen met zestien andere bemanningsleden op zeilde. Op 10 mei 1596 vaart Willem Barentsz uit om noordelijk van Azië een doorvaart te vinden, maar in augustus loopt zijn schip vast in het ijs bij Nova Zembla. De zeventien opvarenden doen er alles aan om te overleven. In het voorjaar van 1597 ligt het schip nog steeds muurvast, maar blijven is geen optie. Met twee verbouwde reddingssloepen proberen de mannen de bewoonde wereld te bereiken. Willem Barentsz, die al lang ziek was, overlijdt op de terugreis. De bemanning vaart 1200 mijl en komt vlakbij Moermansk. Ondanks uitputting, kou, scheurbuik, sneeuwstormen en ijsberen weten twaalf mannen eind augustus Kildin te bereiken, in het noorden van Rusland.
De replica van het expeditieschip werd zaterdag 27 oktober 2018 te water gelaten. Acht jaar lang werd er gebouwd aan het schip in de Willemshaven bij Harlingen. Later is het schip voorzien van de masten. Door corona is het nu niet mogelijk, maar normaal gesproken is het mogelijk om de Witte Swaen te bezoeken.
Omslagfoto: Eddo Hartmann, © Het Scheepvaartmuseum./CC BY-SA 3.0
Tags: replica Last modified: 19 april 2021