“Kun je even meedenken? Ik heb een referent nodig voor het verlengen van mijn wapenvergunning.” Wietzes verbijsterde gezicht zegt genoeg. Met een grijns voeg ik er aan toe: “ja, jij bent mijn andere referent, ik moet er twee geven. Eentje mag in de relatiesfeer, zolang het contact maar niet oppervlakkig is.” Nadat Wietze met een kus nog even bewezen heeft dat ons contact niet oppervlakkig is, ploft hij naast me neer op de bank. “Waar ben jij in ‘s hemelsnaam mee bezig?”
Het begon zo onschuldig. Onze walkapitein Marieke stuurde een scan van een brief van de politie door. Nieuwe regels ten aanzien van bijzondere verloven, ofwel de wapenvergunning. Voor ons seinpistool heb ik jaren geleden zo’n vergunning aangevraagd. De gescande brief belandde op de stapel ‘nog te doen’. Vandaag nam ik er eindelijk tijd voor en las hem door. Het blijkt dat iedereen die een vergunning heeft, een soort zelfevaluatie moet doen. Daarvoor is een vragenlijst opgesteld; een somber document dat je aanmoedigt om aan te geven of je een gevaar voor jezelf of je omgeving zult zijn.
Ik word een beetje rebels van dit soort dingen. Wie gaat er nu op zo’n vragenlijst invullen dat hij gevaarlijk is voor zichzelf en z’n omgeving? Als je dat al bent, is het láátste dat je wilt je wapen kwijtraken. Maar ja, regels zijn regels. Dus ik pak de telefoon en bel naar Nederland om bij de politie navraag te doen. Ik kom terecht bij een oudere politieman die belast is met de bijzondere verloven. Als ik mijn verhaal uitleg, ontsnapt hem een zucht. Hij krijgt er veel telefoontjes over, zeker nu ze ook huiscontroles moeten doen om te zien of wapen, vergunninghouder en munitie op één adres zijn. Wat blijkt? De politie legt in dat soort bestanden alleen vast dát er een vergunning afgegeven is. Maar niet waarvóór. Dus zeilers worden over één kam geschoren met, bij wijze van spreken, iemand die voor de lol een mitrailleur heeft. “Ach mevrouw, hetzelfde probleem hebben we bij de dummy launchers van de hondentrainers”. Dummy launchers? Grijnzend fantaseer ik dat dat van die buizen zijn waaruit ze rubberen kippen afschieten.
Er zit dus niets anders op dan de vragenlijst invullen. Aan het einde loop ik weer vast op de referent. Het moet iemand zijn die het redelijk belang van het bezit van het wapen aan kan tonen. Een medelid van een schietvereniging of zo. Hoe doe je dat als zeiler? Peinzend slaan we ons adresboekje maar eens open. Ondertussen vraag ik me af of dit nu een groot onderwerp is in de Nederlandse zeilerswereld. Ik kom niets tegen op internet. Komt dat omdat mensen er nu pas mondjesmaat mee te maken krijgen? Of omdat iedereen zijn schouders ophaalt en het maar invult? Er moet dus een levendig ‘referentenverkeer’ aan het ontstaan zijn. Spelen organisaties als de Hiswa of het Watersportverbond hier eigenlijk nog een rol in?
Nu we er toch mee bezig zijn, pakt Wietze het signaalpistool er bij en loopt alles nog eens na. Het ding ziet er nog steeds prima uit. Met alle papierwerk erbij zou je zeggen: weg ermee. Maar ja, de alternatieven vinden we nog steeds niet betrouwbaar genoeg. Helaas heeft het oefenen met van die plastic handvuurpijlen geleerd dat daar nog wel eens iets aan hapert. Papierwerk of niet: het seinpistool blijft. In de hoop het nóóit nodig te hebben. Het pistool gaat inmiddels weer keurig ingevet terug op zijn veilige plek. Ondertussen stuur ik wat vriendelijke mailtjes naar mogelijke referenten.
Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters
Tags: column Anna, Column Janneke Kuysters Last modified: 17 March 2021
Ja was ook even schrikken van het formulier, maar even doorlezen leert dat je nog steeds bevoegd bent een seinpistool te gebruiken.
De agent die de zaak afhandelde stelde ook dat het vooral ging om een screening te maken. Kreeg daarom ook weer mijn stempel en het vooruitzicht op de jaarlijkse controle aan huis. Toch kies ook ik voor een pistool. Het moment en richting van afvuren is veel veiliger en beter te kiezen dan met een vuurpijl. En ook ik hoop het ding nooit echt nodig te hebben. Het kopen van de munitie hier[ Noorden] is ook al lastiger, maar ook dat moet ik maar voor lief nemen.
Dat formulier blijkt niet helemaal hetzelfde te zijn in de diverse politie kringen. In Alkmaar moesten ze handtekeningen van referenten hebben. In Stedebroec was opgave van referenten genoeg. Moet ik nou in mijn buurt gaan vragen of die mensen het eng vinden dat ik een wapen heb???? Dat houd ik juist geheim.
Punt twee: ooit deed men onderzoek naar patronen. 4 % deed het niet, zowel van een partij van 20 jaar oud als van een verse partij. Nieuwe seinpatronen schijnen duurder te zijn dan vuurpijlen. Als je er maar veel hebt, kunnen een paar weigeraars geen kwaad. Zo kan je er lang mee doen.